Dwangstoornis: wat je moet weten
Als je telkens terugkerende en storende gedachten hebt, heb je waarschijnlijk dwanggedachten. Je vindt die gedachten niet bij jezelf passen, maar je kunt ze toch niet voorkomen. Bij dwanghandelingen moet je dingen telkens op dezelfde, speciale manier doen. Bijvoorbeeld alles steeds controleren of schoonmaken. Als je last hebt van dwanggedachten en/of dwanghandelingen, heb je een dwangstoornis. We noemen het ook wel een obsessief-compulsieve stoornis.
Een dwangstoornis komt voort uit angst: eigenlijk wil je vooral je angsten uit de weg gaan. Met dwanghandelingen probeer je dan te voorkomen dat gebeurt waar je bang voor bent. Je probeert het ongeluk te bezweren. Je wast bijvoorbeeld tientallen keren je handen, zodat je geen besmettelijke ziekte krijgt. Of je klopt op hout om narigheid te voorkomen.
Hoe vaak komt een dwangstoornis voor?
Van alle volwassen Nederlanders krijgt bijna 1% ergens in z’n leven een dwangstoornis. Elk jaar krijgt 0,5% een dwangstoornis voor het eerst. Of je man bent of vrouw maakt eigenlijk niet uit: de dwangstoornis komt bij Nederlandse mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor. Jongeren tussen de 18 en 24 jaar hebben wel meer kans op de stoornis dan oudere mensen.
Gemiddeld begint een dwangstoornis op een leeftijd van 24 jaar. Je hebt de stoornis vaak tientallen jaren. Bijna de helft van de mensen heeft het langer dan 30 jaar. Het duurt vooral lang als je het op jonge leeftijd krijgt en last hebt van zowel dwanggedachten als dwanghandelingen. Soms zijn er wel perioden met minder klachten. Ook kunnen de symptomen in de loop van de tijd veranderen.
Symptomen van een dwangstoornis
Als je een dwangstoornis hebt, heb je last van dwanggedachten, dwanghandelingen of allebei. Dat is naar, kost tijd en kan je werk en relaties op spanning zetten. Op deze pagina lees je hoe je de dwang herkent.
Dwanggedachten
Je hebt dwanggedachten als ze telkens terugkomen en hardnekkig in je hoofd blijven zitten. Je weet dat je de gedachten zelf bedenkt. Toch lukt het je niet om ze buiten te sluiten. Het voelt alsof ze worden opgedrongen.
Je wordt er angstig van
Je probeert te doen alsof ze er niet zijn, maar de gedachten blijven opkomen. Ze gaan veel verder dan gewone zorgen over de dagelijkse dingen. Ze gaan bijvoorbeeld over:
-
ziektes
-
vuil
-
fouten maken met vreselijke afloop
-
agressie
-
seks
-
god en godsdienst
Dwanghandelingen
Dwanghandelingen zijn handelingen die je steeds maar weer van jezelf moet doen. Handen wassen is een bekende, of dingen controleren. Je kunt dit ook volledig in je hoofd doen, door dingen te tellen of constant te bidden. Meestal doe je dit direct na een dwanggedachte.
Dwanghandeling moet ellende voorkomen
Met de dwanghandelingen probeer je te voorkomen dat je angst werkelijkheid wordt. Maar wat je dwangmatig doet, heeft meestal weinig of niets te maken met wat je wil voorkomen. Je moet bijvoorbeeld tien keer het licht aan en uit doen of het gas controleren, om te voorkomen dat er een ongeluk gebeurt. Voorbeelden van veelvoorkomende dwanghandelingen zijn:
-
controleren
-
schoonmaken en wassen
-
ordenen
-
heel erg vaak bidden
-
hamsteren of verzamelen
Belangrijk: Het kan dat je jezelf of een bekende in de beschrijving van kenmerken herkent. Dit betekent niet meteen dat je kunt spreken van een psychische aandoening. Wat je opvalt kan ook horen bij iemands karaktertrekken, temperament, gewoontes of omstandigheden.
💬 Wil je informatie, advies of ondersteuning?
Of weet je niet goed welke hulp bij je past? De medewerkers van Mentaal Vitaal denken graag met je mee. Je kunt (anoniem) je vraag stellen per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail.
Oorzaken dwangstoornis
Hoe ontstaat een dwangstoornis?
Over de oorzaken is nog weinig te zeggen. Wel weten we welk factoren het risico vergroten.
Biologische factoren
- Het lijkt erop dat de stoornis erfelijk is, vooral de dwanggedachten.
- Mensen met een dwangstoornis hebben vaak ook een andere psychische stoornis. Nog steeds, of vroeger.
- Kinderen met een lagere intelligentie hebben later vaker een dwangstoornis.
- Een ingrijpende, belangrijke levensgebeurtenis kan een dwangstoornis uitlokken. Een zwangerschap bijvoorbeeld, of een echtscheiding.
Sociale factoren
Een dwangstoornis komt vaker voor bij:
- mensen zonder werk
- gescheiden mensen en
- mensen met een lage positie op de maatschappelijke ladder
Wat kun je zelf doen bij een dwangstoornis?
Dit kun je zelf doen
Als je een dwangstoornis hebt, heeft dit vaak grote gevolgen voor school, je werk, vriendschappen en andere relaties. Met deze adviezen kom je verder:
Lees, leer en kom zoveel mogelijk te weten. Verzamel informatie over je dwangstoornis. Zorg er ook voor dat mensen die belangrijk voor je zijn, er genoeg over weten. Zo praat je makkelijker met elkaar.
Praat met vrienden, familie en hulpverleners. Ze zijn belangrijk. Overleg samen hoe je omgaat met de dwangstoornis.
Bepaal zelf wat je vertelt en aan wie. Sommige mensen schrikken van psychische klachten. Ze kunnen negatief reageren. Bepaal daarom zelf wat je vertelt. Vertel bijvoorbeeld oppervlakkige kennissen een beperkte versie en reserveer het complete verhaal voor mensen die dichtbij staan.
Voorlichting is een goed begin
Voor lichte tot matige angstklachten zijn er cursussen voor jongeren, volwassenen en ouderen. Kijk bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, of via je huisarts. Ook bij de Angst, Dwang en Fobie Stichting kun je terecht voor trainingen en voor lotgenotencontact.
Zorg voor structuur
Zorg voor regelmaat en structuur in je dagen. Soms geeft een behandeling die al. Sport en (vrijwilligers)werk helpen ook. Neem de tijd om uit te vinden wat haalbaar voor je is. Op school, of op je werk. Neem niet te veel hooi op je vork.
Hulp via telefoon, mail of chat
- Mentaal Vitaal Infolijn: stel (anoniem) je vraag per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail. De deskundige medewerkers van onze infolijn zitten voor je klaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00. We kunnen je ook (gratis) terugbellen. Neem contact met ons op.
- Er zijn ook hulporganisaties waar je terecht kunt buiten onze werktijden. Zo kun je altijd je verhaal kwijt of je vraag stellen.
Behandeling dwangstoornis
Als je met dwangklachten naar de dokter gaat, kijkt hij of zij naar mogelijke oorzaken, hoeveel last je ervan hebt en of je misschien nog een andere stoornis hebt. Dwang gaat bijvoorbeeld vaak samen met een depressie. Als je echt alleen een dwangstoornis hebt, kun je kiezen tussen medicatie en een psychologische behandeling.
Psychologische behandeling
Tijdens deze behandeling oefen je met de situaties waarin je normaal altijd last krijgt van dwanggedachten of dwanghandelingen. In kleine stapjes leer je niet te doen wat je van je stoornis nou juist wel moet doen. Heb je bijvoorbeeld smetvrees, dan leer je een deurknop of een trapleuning aan te raken zonder daarna je handen te wassen. Langzaam maar zeker kom je erachter dat de spanning en angst minder worden. En dat de dwanghandelingen dus niet meer nodig zijn.
Cognitieve gedragstherapie
Dit is een vorm van psychotherapie. Samen met de behandelaar kijk je naar je manier van denken en je gedrag. Die pas je aan, zodat je klachten verminderen.
Medicatie
Als je ook nog een ernstige depressie hebt, is het beter met medicijnen te beginnen. Denk aan antidepressiva. Daarna volgt vaak nog behandeling of therapie.
Dwangstoornis en de omgeving
Het kan erg zwaar zijn om te leven met iemand met een dwangstoornis. Een was- of poetsdwang van je broer bijvoorbeeld, of je geliefde, kan jou ook in z’n greep houden. Je nodigt bijvoorbeeld minder vaak mensen uit, omdat die het huis vies maken. Ook neem je praktische taken over waar de ander niet meer aan toe komt. Tijd voor actie. Deze stappen helpen je op weg.
Laat je voorlichten over dwang. Gebruik je energie om samen actief aan de slag te gaan met de situatie. Bijvoorbeeld door een cursus over de dwangstoornis te volgen. De Angst, Dwang en Fobie Stichting organiseert cursussen, net als veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg.
Vraag waar je bij kunt helpen. Soms moet je betrokken zijn, soms is het goed om juist afstand te nemen. Vraag het gewoon, maar maak daarbij wel duidelijk waar je eigen grenzen liggen. Soms wil iemand geen hulp. Informeer bij de Angst, Dwang en Fobie Stichting of bij Naasten Centraal, of bij de behandelaar, welke oplossingen er zijn of hoe je kunt omgaan met de situatie.
Denk ook aan jezelf. Doe dingen die jou plezier en ontspanning geven en houd contact met anderen. Zo voorkom je dat je overbelast raakt. Lucht af en toe je hart bij mensen in je naaste omgeving.
Telefonische hulp, mail, chat en lotgenotencontact
- De Angst, Dwang en Fobie Stichting en Naasten Centraal brengen je in contact met lotgenoten.
- Mentaal Vitaal Infolijn: stel (anoniem) je vraag per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail. De deskundige medewerkers van onze infolijn zitten voor je klaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00. We kunnen je ook (gratis) terugbellen. Neem contact met ons op.
- Er zijn ook hulporganisaties waar je terecht kunt buiten onze werktijden. Zo kun je altijd je verhaal kwijt of je vraag stellen.
Meer informatie over dwangstoornissen
Deze organisaties kunnen je meer vertellen over dwangstoornissen. Meteen door naar hulp en instanties bij jou in de buurt kan ook.
Angst, Dwang en Fobie Stichting
Patiëntenvereniging die zich inzet voor de belangen van mensen met angst- of dwangklachten. Voor contact met lotgenoten, steun en adviezen.
Christelijke Vereniging Angst- en Dwangstoornissen en Fobieën
Voor mensen met angst, dwangstoornissen en fobieën en hun omgeving.
MIND Naasten Centraal
Landelijke zelfhulporganisatie van en voor familieleden en vrienden van mensen met psychologische en psychiatrische problemen.
OCD forum
Website voor informatie of contact met lotgenoten.
💬 Heb je een vraag over dit onderwerp? Voor jezelf of voor een ander?
Of wil je meer weten over de informatie op deze website? Je kunt (anoniem) je vraag stellen per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail.
> Bekijk de openingstijden en meer informatie