single.php
. . . Psychische aandoening Dwangstoornis: wat je moet weten

Alles over een dwangstoornis (OCS)

Een dwangstoornis noemen we ook wel een obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Bij een dwangstoornis heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten zijn gedachten die vaker terugkomen. Vaak hebben deze gedachten te maken met angst. Om die gedachten weg te krijgen, voer je steeds bepaalde handelingen uit. Dit zijn dwanghandelingen. Voorbeelden hiervan zijn vaak de handen wassen, vaak controleren of de deur dicht is, spullen rechtzetten, bidden of bepaalde getallen of kleuren vermijden. Een dwangstoornis heeft invloed op je dagelijkse leven.

Hieronder lees je meer over hoe je een dwangstoornis herkent, wat je zelf kan doen bij een dwangstoornis en welke behandelingen er zijn.  

Snel naar:

Cijfers Hoeveel mensen hebben een dwangstoornis?

Ongeveer 1 à 2 procent van de Nederlandse bevolking heeft last van een dwangstoornis. Het komt bij Nederlandse mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor.  

 Gemiddeld ontstaat een dwangstoornis rond het 20ste jaar, maar het kan ook eerder of later ontstaan. Een dwangstoornis kan op alle leeftijden voorkomen. 

Symptomen / klachten Dwanggedachten en dwanghandelingen

Hoe herken je dwanggedachten?

Als je steeds weer dezelfde storende gedachten hebt, heb je misschien last van dwanggedachten. De gedachten komen steeds weer terug. Vaak heeft dit te maken met angst. Je bent bijvoorbeeld bang om besmet te raken door bacteriën en daardoor ziek wordt. Of je denkt dat er iets vreselijks gaat gebeuren als je iets niet controleert, of als je iets niet op een bepaalde manier doet. 

 Je probeert te doen alsof ze er niet zijn, maar de gedachten blijven opkomen. Ze gaan bijvoorbeeld over: 

  • Ziektes  
  • Vuil  
  • Fouten maken met vreselijke afloop  
  • Agressie  
  • Seks  
  • God en godsdienst  

Hoe herken je dwanghandelingen?

Als je iedere keer opnieuw dezelfde dingen moet doen van jezelf, heb je misschien last van dwanghandelingen.  Dwanghandelingen zijn handelingen die je steeds maar weer van jezelf moet doen. Dit doe je vaak om (volgens jouw gedachte) te voorkomen dat er iets vervelends gebeurt.

Je doet alles steeds op dezelfde manier of in dezelfde volgorde. Dit kun je ook in je hoofd doen, door dingen te tellen of steeds te bidden. Maar sommige dwanghandelingen vinden niet alleen in je hoofd plaats. Je controleert bijvoorbeeld heel vaak achter elkaar of de deur goed dicht is, blijft je handen wassen, zet de hele tijd spullen recht of vermijd bepaalde getallen.

Hieronder lees je de meest voorkomende dwanghandelingen:

  • Dingen controleren  
  • Schoonmaken en wassen  
  • Dingen ordenen  
  • Vaak bidden  
  • Spullen verzamelen  

Bij een dwangstoornis kun je last hebben van dwanggedachten én dwanghandelingen. Maar het kan ook zo zijn dat je alleen last hebt van dwanggedachten, of alleen van dwanghandelingen. Soms heb je er een tijd minder last van. Ook kunnen de klachten veranderen. 

Belangrijk: Het kan dat je jezelf of een bekende in de beschrijving van kenmerken herkent. Dit betekent niet meteen dat je kunt spreken van een psychische aandoening. Wat je opvalt kan ook horen bij iemands karaktertrekken, temperament, gewoontes of omstandigheden.

💬 Wil je informatie, advies of ondersteuning?

Of weet je niet goed welke hulp bij je past? De medewerkers van Mentaal Vitaal denken graag met je mee. Je kunt (anoniem) je vraag stellen per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail.

> Bekijk de openingstijden en meer informatie

Oorzaken Wat zijn de oorzaken van een dwangstoornis?

 Waarom iemand een dwangstoornis krijgt is niet helemaal duidelijk. Wel is bekend welke dingen het risico op het krijgen van een dwangstoornis vergroten.  

  • Het lijkt erop dat een dwangstoornis erfelijk is. In sommige families komt het vaker voor. Heeft iemand in jouw familie een dwangstoornis, dan is de kans groter dat jij dit ook ontwikkelt. 
  • De omgeving waarin iemand opgroeit kan bijdragen aan een dwangstoornis.  
  • Mensen met een dwangstoornis hebben vaak ook een andere psychische aandoening. Of hebben die eerder een keer gehad (bijvoorbeeld een depressie).  
  • Een dwangstoornis kan ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van drugs of sommige medicijnen.  
  • Een ingrijpende, belangrijke levensgebeurtenis kan zorgen voor een dwangstoornis. Seksueel misbruik, het overlijden van een dierbare, een zwangerschap of een echtscheiding bijvoorbeeld.  

Een dwangstoornis komt ook vaker voor bij:  

  • Mensen zonder werk  
  • Mensen die alleen wonen 
  • Mensen met een laag inkomen 
  • Mensen met een lagere opleiding 

Het is niet bekend of de dwangstoornis de oorzaak of het gevolg is. Je kunt bijvoorbeeld een dwangstoornis krijgen, omdat je alleen woont of geen werk hebt. Of misschien wel andersom: je kunt ook alleen gaan wonen of geen werk hebben, omdat je een dwangstoornis hebt.   

Zelfhulp Wat kun je zelf doen bij een dwangstoornis?

 Als je een dwangstoornis hebt, heeft dit vaak grote gevolgen op school, je werk, vriendschappen en andere relaties. Deze adviezen helpen je:   

  • Lees en leer zoveel mogelijk. Hoe meer je weet over je dwangstoornis, hoe beter je het aan anderen uit kan leggen. Ook weet je dan precies wat er met je gebeurt en waarom.  
  • Praat met vrienden, familie en hulpverleners. Overleg samen hoe je omgaat met de dwangstoornis.  Je mag zelf weten wat je aan anderen vertelt. Als je bijvoorbeeld op school of op je werk niet het hele verhaalt wil vertellen, dan hoeft dat ook niet. Vaak lucht het wel op als je je verhaal vertelt. Ook helpt het vaak als anderen weten waarom je dingen op een bepaalde manier doet.  
  • Volg een cursus of training. Voor lichte tot matige angstklachten zijn er cursussen voor jongeren, volwassenen en ouderen. Kijk bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, of via je huisarts. Ook bij de Angst, Dwang en Fobie Stichting kun je terecht voor trainingen en voor lotgenotencontact.  
  • Blijf zoveel mogelijk alles doen. Ook de dingen die je spannend vindt. Door je bloot te stellen aan de angst, wordt de angst vaak minder.  
  • Zorg voor structuur en regelmaat in je dagen. Neem de tijd om te ontdekken wat haalbaar voor je is.  
  • Zorg voor voldoende beweging. Bijvoorbeeld fietsen, wandelen, zwemmen of tuinieren. Vind iets wat bij je past.  
  • Probeer zo veel mogelijk te ontspannen. Dit zorgt voor minder stress. Je kunt bijvoorbeeld mediteren, ademhalingsoefeningen doen, wandelen in de natuur, lezen of even praten met een vriend of vriendin.  
  • Houd een dagboek bij.  
    • Schrijf hierin op welke dwanggedachten en/of dwanghandelingen je hebt en hoeveel tijd je eraan besteedt.  
    • Schrijf ook op wat er precies gebeurt op zo’n moment. Waar denk je aan? Waar ben je bang voor? Hoe groot is de angst? Wat voel je? En wat doe je dan? 
    • Maak een volgorde van makkelijke situaties tot aan moeilijke situaties, waarbij je de dwanggedachten en/of dwanghandelingen hebt. Begin met een makkelijke situatie en bedenk een haalbaar doel. Een voorbeeld hiervan is: in plaats van 10 keer controleren of de deur echt dicht is, controleer ik 5 keer of de deur echt dicht is.  
    • Schrijf een gedachte op die je gerust kan stellen op een angstig moment. Denk bijvoorbeeld na over hoe groot de kans is dat jouw dwanghandeling echt voorkomt waar je bang voor bent. Of ga na in welke situaties je geen last hebt van een dwanggedachte en/of dwanghandeling. Controleer je bijvoorbeeld altijd of de deur op slot zit, maar niet of het raam dichtzit? Je ziet dat het in deze situatie ook goed gaat. Dit geeft je vertrouwen.  

Hulp chat, mail, bellen Hulp via telefoon, mail of chat

Behandelingen Welke behandelingen zijn er bij een dwangstoornis?

Als je met dwangklachten naar de huisarts, psycholoog of andere hulpverlener gaat, kijkt hij of zij naar de mogelijke oorzaken, hoeveel last je ervan hebt en of je misschien nog een andere aandoening hebt. Veel mensen met een dwangstoornis hebben ook een depressie. Vervolgens wordt er gekeken welke behandeling(en) je kan krijgen. Hieronder lees je meer over de verschillende behandelingen bij een een dwangstoornis.

Gedragstherapie  

 Tijdens de behandelingen oefen je met de momenten waarin je normaal last krijgt van dwanggedachten of dwanghandelingen. Heb je bijvoorbeeld smetvrees, dan leer je een deurknop of een trapleuning aan te raken zonder daarna je handen te wassen. Zo kom je erachter dat de spanning en de angst minder worden. Want waar je bang voor was, gebeurt niet. De dwanghandelingen heb je uiteindelijk niet meer nodig.  

Cognitieve gedragstherapie  

Dit is een vorm van psychotherapie. Samen met de behandelaar kijk je naar je manier van denken en je gedrag. Je leert hoe je jouw gedachten kunt veranderen, waardoor je gedrag ook anders wordt. Je klachten worden daardoor minder. Vaak wordt dit samen met de gedragstherapie gedaan.  

Medicijnen 

Je krijgt nooit alleen maar medicijnen. Als je bijvoorbeeld ook een ernstige depressie hebt, kan het zijn dat je daarvoor medicijnen krijgt. Zoals antidepressiva. Je krijgt dan ook een behandeling zoals therapie.  Je huisarts of een andere hulpverlener kan je advies geven over medicijnen.  

💬 Heb je een vraag over dit onderwerp? Voor jezelf of voor een ander?

Of wil je meer weten over de informatie op deze website? Je kunt (anoniem) je vraag stellen per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail.

> Bekijk de openingstijden en meer informatie

Heb je gevonden wat je zocht?
JaNee
Stel een vraag
Scroll naar boven