single.php
. . . Psychische aandoening Angst bij ouderen

Angst bij ouderen 

Er is steeds meer aandacht voor angst bij ouderen. Dat is maar goed ook, want iemand van oudere leeftijd kan er net zoveel last van hebben als iemand van jongere leeftijd. Ook komen angstklachten en angststoornissen voor op elke leeftijd. Dus ook bij ouderen. Volgens de NEMESIS-3 studie, afgerond in 2022, had 8,7% van mensen van 65 jaar en ouder een angststoornis in de afgelopen 12 maanden.  

Hieronder lees je meer over angst bij ouderen, hoe je het herkent en wanneer je spreekt van een angststoornis.  

Heb je een vraag? Neem dan contact met ons op

Wat is een angststoornis? 

Iedereen voelt zich wel eens angstig. Angst is soms zelfs handig. Je lichaam maakt zich klaar om te reageren. 

Je hart klopt sneller, zodat je bloed beter door je lichaam stroomt. Je gaat sneller ademen, zodat je spieren extra zuurstof krijgen. Ook word je alerter. Dat is handig als je iets spannends moet doen, of als er echt gevaar is. 

Maar soms kan de angst heel heftig zijn en blijf je er last van houden. Die angst kan ervoor zorgen dat je veel gaat piekeren en bepaalde dagelijkse activiteiten of dingen gaat vermijden. Dan kan het een angststoornis zijn.  

Lees meer informatie over een angststoornis

Het is niet altijd een angststoornis 

Als je ouder wordt, kun je angstiger worden voor dingen die horen bij de leeftijd. Zo kan angst horen bij veranderingen, verlies en rouw. Ook kun je angstig worden voor iets waarvoor je dat eerder nog niet was. Je bent misschien bang om te vallen, om ziek te worden of om dingen te vergeten.

Als je soms angst voelt, heb je niet meteen een angststoornis. Ook als de angst erger wordt, hoeft dit niet altijd een angststoornis te zijn. Maar het is wel een signaal van je lichaam. Het is belangrijk dat je de klachten herkent, want dan kun je ermee aan de slag. Dan kunnen de klachten niet erger worden of minder worden. En dan hoeft het niet over te gaan in een angststoornis.   

Lees meer over angst en adviezen 

Uitgelicht: valangst 

Sommige ouderen ontwikkelen valangst. Als je valangst hebt, ben je bang om te vallen. Die angst kan ontstaan nadat je een keer bent gevallen, of als je moeite hebt met evenwicht houden of lopen. Ook zonder dat je gevallen bent, kan je last hebben van valangst.  

Valangst kan zich op meerdere manieren laten zien. Je kan je bijvoorbeeld onzeker voelen op drukke plekken of bij activiteiten, zoals traplopen. Misschien durf je de deur niet meer uit.  

Ook kan het zijn dat je voorzichtiger gaat bewegen en soms verkrampt loopt. Dit kan juist leiden tot een minder stabiele manier van lopen. Dit maakt de kans om te vallen juist groter.   

Er zijn verschillende adviezen bij valangst. Je kan dingen doen om minder snel te vallen. Bijvoorbeeld je spieren sterker maken of oefeningen doen voor je evenwicht. Op thuisarts.nl lees je informatie over hoe je ervoor zorgt dat je minder snel valt.  

Ook kun je praten met de huisarts of een praktijkondersteuner-ggz. Je praat over de angst en hoe dat van invloed is op je dagelijks leven. Daarna krijg je adviezen. Als er meer nodig is, kan een huisarts of praktijkondersteuner je doorverwijzen naar een behandelaar zoals een psycholoog of psychiater.  

Hoe ziet een angststoornis bij ouderen eruit? Soorten en kenmerken uitgelegd 

Er zijn verschillende soorten angststoornissen. Elke soort uit zich op een andere manier. Op latere leeftijd kunnen angststoornissen er anders uitzien dan bij jongere mensen. Hieronder lees je hoe een angststoornis bij ouderen kan herkennen.  

Gegeneraliseerde angststoornis 

Bij een generaliseerde angststoornis pieker je overmatig over allerlei dingen. Je hebt vaak rampgedachten over wat er mis kan gaan. Ouderen piekeren vaker over hun gezondheid en die van anderen. Dit verschilt van jongere mensen, die vaker overmatig piekeren over werk, geld en relaties. 

Sociale angststoornis 

Bij een sociale angststoornis ben je bang voor kritiek of afwijzing door anderen. Hierdoor vermijd je sociale situaties en conflicten. Bij ouderen kan dit te maken hebben met lichamelijke klachten die kunnen horen bij ouder worden. Een voorbeeld hiervan is de angst om veel te trillen (bijvoorbeeld door de ziekte van Parkinson). Ook kunnen ouderen bang zijn dat ze vergeetachtig worden. Of ze maken zich erg zorgen dat anderen merken dat ze klachten van urineverlies hebben.  

Paniekstoornis en/of pleinvrees (agorafobie) 

Bij een paniekstoornis krijg je plotselinge gevoelens van intense angst. Dit gaat vaak samen met lichamelijke klachten, zoals hartkloppingen of duizeligheid. Ook denk je misschien dat je een hartaanval hebt.  

Door de paniekaanvallen ga je vaak plekken vermijden waar hulp lastig te krijgen is, of waar je moeilijk weg kunt. Denk aan drukke winkels of het openbaar vervoer. 

Als je ouder wordt zijn de lichamelijke klachten van paniekaanvallen meestal wat minder heftig, maar je blijft wel dingen vermijden.  

Lees meer over een paniekstoornis

Enkelvoudige of specifieke fobie 

Bij een fobie ben je erg bang voor een specifieke situatie of een bepaald iets, zoals vliegen of spinnen. Als je ouder wordt, kunnen er fobieën ontstaan voor iets waar je eerder geen angst voor had. Door deze angst verlies je zelfvertrouwen, vermijd je activiteiten, en voel je je afhankelijker.  

Waarom wordt een angststoornis bij ouderen minder vaak herkend? 

Professionals of naasten herkennen een angststoornis minder vaak bij ouderen. Dat heeft verschillende redenen: 

  • Er is weinig onderzoek gedaan naar angst bij ouderen. De meeste onderzoeken kijken vooral naar ouderen tot 75 jaar. Bij onderzoek naar ouderen gaat het vaak over dementie en depressie. 
  • Angststoornissen beginnen vaak al op jongere leeftijd. Ouderen kunnen er dus al langer last van hebben. Later kunnen de klachten als ‘vanzelfsprekend’ worden gezien of als onderdeel van het karakter.  
  • Angst kan dezelfde klachten geven als bij een lichamelijke aandoening. Ouderen hebben vaker last van lichamelijke aandoeningen (zoals hartproblemen of COPD). Dit geeft vaak dezelfde klachten als een angststoornis, zoals benauwdheid of hartkloppingen. Hierdoor is het moeilijker te bepalen of klachten komen door de lichamelijke aandoening of door de angst.  
  • Sommige angstklachten kunnen als ‘vanzelfsprekend’ worden gezien bij het ouder worden. Zoals de angst om te vallen.  
  • Angstklachten kunnen milder lijken bij ouderen of laten zich op een andere manier zien. Daardoor merken anderen de klachten minder snel op.  

Aan de slag met: Minder Piekeren 

Angst en piekeren hebben met elkaar te maken. Als je je angstig voelt, kun je meer piekeren. En hoe meer je piekert, hoe groter de angst kan worden.  

Daarom raden we je aan om aan de slag te gaan met de oefeningen die horen bij ‘Minderen Piekeren’. Deze Minder Piekeren oefeningen vind je hier

Angststoornissen bij ouderen zijn goed te behandelen 

Sommige mensen (waaronder ouderen zelf) denken dat het niet meer zinvol is om angst te behandelen als ze ouder zijn. Maar een angststoornis is ook op latere leeftijd goed te behandelen. 

Uit onderzoek blijkt dat een psychologische behandeling, zoals cognitieve gedragstherapie, net zo goed werkt bij ouderen als bij mensen op jongere leeftijd. Vaak wordt een psychologische behandeling bij ouderen als eerste ingezet.  

Sommige mensen met een angststoornis krijgen naast een psychologische behandeling medicijnen. Bij ouderen kan het advies hiervoor anders zijn.  

Bijvoorbeeld omdat sommige medicijnen zorgen voor een grotere kans op vallen en botbreuken. Of dat medicijnen voor een angststoornis niet goed samengaan met andere medicijnen. Een arts bepaalt of medicijnen nodig zijn, en welke dat dan zijn.  

Lees meer over de behandeling bij een angststoornis

De informatie op deze pagina is gebaseerd op het kennisdossier ‘Angststoornissen bij ouderen’ van het Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie (NKOP) en gegevens uit NEMESIS-3 

Heb je een vraag?

Of wil je meer weten over de informatie op deze website? Stel (anoniem) je vraag per telefoon, chat of mail. Je hoeft ons niet te zeggen wie je bent.

Feedbackformulier-v3

Heb je gevonden wat je zocht?(Vereist)
1 (links) = helemaal niet begrijpelijk, 10 (rechts) = heel erg begrijpelijk
Stel een vraag
Scroll naar boven